Waarom onderzoeken we lezen & dyslexie bij kinderen met fMRI en EEG?
In Nederland heeft één op de twintig kinderen dyslexie. Dat betekent dat ongeveer 77.000 kinderen in ons land grote problemen ondervinden met het leren lezen en schrijven. Kinderen met dyslexie hebben vaak het gevoel dat ze minder goed presteren dan hun niet dyslectische klasgenoten. Verder kost het kinderen met dyslexie, en natuurlijk ook hun ouders, veel meer energie om een voldoende leesvaardigheid te bereiken. In ons onderzoek in de “Hersenen en Taal” groep van de Universiteit Maastricht proberen we erachter te komen in hoeverre kleine verschillen in de hersenen van kinderen met dyslexie, in vergelijking met kinderen zonder dyslexie, de leesproblemen zouden kunnen verklaren. Daarnaast richten wij ons op individuele verschillen in de ontwikkeling van leesvloeiendheid over de volle breedte van zwakke tot gemiddelde en uitblinkende lezers.
We gebruiken de moderne beeldvormingtechniek “functional Magnetic Resonance Imaging” (fMRI) om te kunnen zien hoe de hersenen geschreven en gesproken taal verwerken, en hoe dit samenhangt met verbetering in leesvaardigheid. In ander onderzoek gebruiken we het electroencephalogram (EEG) om het tijdsverloop van deze processen te meten. Meer inzicht in de hersenmechanismen die zorgen voor individuele verschillen in leesvloeiendheid en dyslexie draagt bij aan het verbeteren en optimaliseren van leesstrategieën en van behandelingsmogelijkheden voor dyslexie.
Wil je meer weten over hoe onze hersenen werken? Bezoek de Brainmatters website!
Wil je meer weten over het belang van regelmatig oefenen met lezen? Download hier onze Flyer.